Het Speenhoff-programma bestaat uit een beschrijving van de opkomst en ondergang van deze grote pionier van het Nederlands cabaret, gelardeerd door tien van zijn meest humoristische, treurige en ‘foute’ liedjes.
We zingen bijvoorbeeld de volgende liedjes van Speenhoff:
2. Een baboe die je nooit vergeet
4. Afscheidsbrief van een lelijk meisje
5. Opoe
6. De zeven plichten van een vrouw
7. Spotlied op de vrije vrouwen
10. Holland ons
Koos Speenhoff. Wie zegt die naam nog iets? Dichter-zanger, ongekend populair in het eerste deel van de 20e eeuw door zijn vele liedjes en optredens in ons land maar nu, zo’n 100 jaar later, nagenoeg vergeten.
Pionier
Volgens cabaret-deskundige Jacques Klöters behoort Koos Speenhoff tot de eerste generatie cabaretiers in ons land, een pionier waartoe ook Eduard Jacobs, Jean Louis Pisuisse en iets later Louis Davids gerekend worden. Men vond Speenhoff vernieuwend, anders, verrassend. Hij had z’n publiek iets te vertellen.
Carrière: Jacobus Hendrikus Speenhoff, geboren 1869, brak door als dichter-zanger in 1902 in Rotterdam in de Tivoli-Schouwburg, 33 jaar oud. Hij dichtte en zong vervolgens in z’n leven maar liefst 450 liedjes bij elkaar. Speenhoff trad op door het hele land, verkocht zijn liedjes in liedbundels in grote oplagen en was de best verkopende grammofoonplaten-artiest van ons land in zijn tijd. Hij begeleidde zichzelf op z’n karakteristiek wat valse gitaar. Hij was razend populair bij de culturele linkse elite alsook bij de socialisten en de gewone man en vrouw. Iedere Nederlander toentertijd kende eigenlijk wel een aantal van zijn liedjes en zong deze op straat, op het werk of achter het aanrecht.
Controversieel
Nam hij het in zijn liederen op voor de verdrukte mens, hield hij er zelf een zeer flamboyante en elitaire levensstijl op na. Speenhoff dichtte en zong sociaal betrokken, maatschappij-kritisch, humoristisch en gewaagd. Zijn gedrag was soms wat vrijgevochten en onvoorspelbaar. Voor protestanten en vooral katholieken amoreel, zondig, onverteerbaar. Geen ander durfde zo vrij en open op het podium zaken te benoemen en te bezingen waar een mens niet over sprak. Vaak met veel humor of sarcasme. Zonder vulgair of plat te worden. Hierdoor wist hij de nodige opschudding en publiciteit te veroorzaken en de nieuwsgierigheid van velen op te wekken.